NPI-DPI

Commerciële landbouw

Waarom elke boer moet blijven. Elke boer met zijn boerderij is een zegen voor de portemonnee van de Nederlandse belastingbetaler.

EU en landbouwbeleid

Sinds de Tweede Wereldoorlog, heeft de EU op haar manier voor vrede in Europa gezorgd.

Dat heeft maar 1 reden:

Het gemeenschappelijke en gesubsidieerde landbouwbeleid van de EU en haar voorlopers.

Door dit beleid is voedsel in de EU goedkoop en overvloedig voorhanden. Hierdoor hebben de EU-burgers tijd en energie om te werken, te ondernemen, tijd voor familie en tijd voor hobby's.

Bedreiging van het Landbouwbeleid

Een gure wind van 'natuur en klimaat' bedreigt het landbouwbeleid van de EU. In Nederland vertaalt zich dat naar het onteigenen van boeren en het afpakken van boerenbedrijven.

De basis van het Europese landbouwbeleid komt uit de tijd van net na de Tweede Wereldoorlog. De gedachte achter het beleid is: 'NOOIT meer honger'. Om dat te bewerkstelligen kun je alleen maar aansturen op productie van overvloed. Dat is gelukt. Door commerciële handel worden de landbouwproducten ook geïmporteerd en geëxporteerd. Dat betekent dat ook andere delen van de wereld profiteren van goed en goedkoop voedsel.

Door natuurlijke schaarste op bepaalde momenten en een markt van vraag en aanbod, verdienen alle bedrijven en personen in de keten. Overvloed heft dat niet op. Overvloed zorgt juist voor nieuwe markten en ontwikkeling. Dat geldt niet alleen voor Nederland, het geldt voor de hele wereld. Elke open economie kent die ontwikkeling, zolang vrij ondernemerschap en goed beleid blijven voortbestaan.

Als dit beleid essentieel verandert, is het onherroepelijke gevolg dat er een meer planmatige sturing komt op het creëren van schaarste. Het gevolg van schaarste is hogere prijzen. De producten worden daarmee niet meer toegankelijk voor o.a. lagere klassen en gezinnen die al hun inkomen aan andere dingen kwijt zijn, bijvoorbeeld hypotheek, schoolkosten, scheiding, etc. Aan de andere kant is het aanhouden van schaarste bij misoogsten funest. Het uiteindelijke, zekere gevolg van schaarste is hongersnood.

Op dit moment zien we daar al tendensen van met bijvoorbeeld de Voedselbank, voedsel uitdelen en voedselafval bestrijding. Het zijn allemaal tendensen van het veranderde voedselbeleid. Tendensen van een beleid om schaarste te creëren. Overvloed kun je niet planmatig plannen, wel door goed bestuur realiseren.

De geschiedenis en de wereldwijde praktijk laten duidelijke voorbeelden zien van het onteigenen en afpakken van boerenbedrijven. Met altijd hetzelfde resultaat: hongersnood voor de bevolking en rampspoed voor burgers in de maatschappij. Met de politieke personen gaat het altijd goed. Het ene of het andere beleid maakt voor hen geen verschil.

Voorbeelden in de geschiedenis zijn de landen van het voormalige Oostblok. Op dit moment zien we actuele voorbeelden in Noord-Korea, Cuba en Zimbabwe. Zimbabwe is een groot rood sein als het gaat om het onteigen van boeren. Grote hongersnoden zijn tot op de dag van vandaag het resultaat van die onteigening, terwijl Zimbabwe ooit de graanschuur van Afrika was met zelfs export naar de VS.

Alle voorbeelden laten zien dat het niet uitmaakt welke reden voor onteigening van bedrijven wordt aangevoerd. In alle gevallen, of het nu communisme (Oostblok), ongelijkheid (Zimbabwe) of milieu (Europa) was, het resultaat is altijd hetzelfde: hongersnood, onvrijheid en tal van andere maatschappelijke problemen.